Elvis werkte na zijn schooltijd in 1953 eerst als bioscoopbediende en daarna als vrachtwagenchauffeur voor Crown Electronics Company.[5] In die hoedanigheid kwam hij meermaals langs de Memphis Recording Service, onderdeel van de (inmiddels legendarische) Sun Studio. Presley besloot een plaat op te nemen. De studio bood eenieder aan om voor vier dollar twee liedjes te komen opnemen en op een enkele vinylsingle te persen.[3] Volgens Presley was het idee achter deze opnames de single cadeau te doen aan zijn moeder, vanwege haar verjaardag.


Waar het begon...
Elvis zong het nummer My Happiness en That's When Your Heartaches Begin en maakte hiermee genoeg indruk op de studiosecretaresse Marion Keisker om zijn naam genoteerd te krijgen. Volgens Keisker had Elvis iets bijzonders. Gedurende 1953 kwam Elvis geregeld langs voor een praatje en hij nam nogmaals een single op, nu met de liedjes I'll Never Stand in Your Way en It Wouldn't Be the Same Without You.[7] Hier is nooit duidelijk van geworden wat de aanleiding was. Vermoed wordt dat Presley hoopte op een ontdekking als zanger. Die kwam in de zomer van 1954.

Na veel aandringen van Keisker besloot Sun Records-eigenaar Sam Phillips Elvis uit te nodigen. Temeer omdat Phillips al tijden op zoek was naar een blanke zanger met een zwart geluid, en Elvis leek aan die voorwaarden te voldoen. Op 5 juli 1954 nam Elvis bij Sun Records zijn eerste officiële plaat op.[8] Dit gebeurde vrij onverwacht, hoewel Elvis, Scotty en Bill uren aan ballads hadden gespendeerd zonder resultaat. De jonge Elvis had de anderen verbaasd doen staan van zijn kennis van muziek. Hij leek welhaast ieder nummer te kennen uit het blues-, country- en gospelgenre. Vele nummers hadden de revue gepasseerd, maar geen enkele uitvoering had een vonk gegeven. Tegen de tijd dat men voorzichtig begon te denken om er maar mee op te houden, barstte Elvis spontaan uit in een snelle, wilde versie van That's Alright, Mama. Bill Black zette gelijk in op de bas en ook Scotty Moore begon wat licks te spelen. Phillips schreeuwde vanuit de controlekamer dat de heren vooral door moesten gaan; hij had gevonden wat hij zocht: een blanke jongen met een donkere stijl.



Phillips contacteerde de lokale radio en vroeg presentator Dewey Phillips (geen familie) de single That's Alright, Mama te spelen. Dewey Phillips deed dit op 7 juli 1954 uiteindelijk vele tientallen keren, door de vele aanvragen van luisteraars. Elvis was te zenuwachtig om zelf naar de radio te luisteren en was naar een plaatselijke bioscoop gegaan. Uiteindelijk wist men hem te bereiken, waarop hij naar het radiostation kwam. Daar gaf hij te kennen nog nooit geïnterviewd te zijn. Dewey Phillips stelde hem gerust door te stellen dat zolang Elvis niets schunnigs zou zeggen, alles prima was. Elvis wist niet dat hij al die tijd al on-air, in de uitzending, was. Phillips stelde de vraag naar welke school Elvis ging. Presley antwoordde dat het de Humes High School was. Hiermee werd voor de lokale luisteraars in het toen nog gesegregeerde zuiden duidelijk dat het om een blanke zanger ging, ondanks de donkere stem en stijl. Dit was in die dagen van belang om het lied maatschappelijk acceptabel te maken bij het blanke deel van de bevolking.

Er kwam zoveel reactie op de uitzending van That's Alright, Mama dat Sam Phillips van Sun Records besloot dat er een single uitgebracht moest worden. Scotty Moore, Bill Black en Elvis werden wederom tezamen geroepen. Weer werd het een lange, vruchteloze oefensessie. In tegenstelling tot de vorige sessie was het nu Bill die in een pauze uit het niets een wilde versie van Blue Moon of Kentucky begon te zingen en spelen. De rest viel in en Phillips besloot dat dit de B-kant van de single zou worden.

Zo kon het gebeuren dat zowel de A- als B-kant van Elvis' eerste single bij puur toeval tot stand kwamen, iets wat hij in interviews ook heeft beaamd. In antwoord op de vraag hoe hij aan zijn stijl van zingen kwam, antwoordde hij dan ook steevast "We just stumbled upon it, sir". De single werd een lokale hit in Memphis en Presley begon met Scotty en Bill als de Blue Moon Boys in Memphis en omstreken korte optredens te verzorgen. Scotty acteerde hierbij als manager.

Na enige tijd nam radiopresentator en organisator Bob Neal de managerstaken van het trio over. In 1955 traden de Blue Moon Boys op in een aantal zuidelijke staten, van Texas in het westen tot Florida in het oosten. Het netwerk van Bob Neal bleek al snel te beperkt om Elvis' carrière verder te helpen. Inmiddels had Elvis' groeiende bekendheid Colonel Tom Parker bereikt, een Nederlander van geboorte die eigenlijk Dries van Kuijk heette.

Parker zag het potentieel in Elvis en wist diens ouders ervan te overtuigen dat het in Elvis' belang was als Parker als manager zou fungeren. Aangezien Elvis nog minderjarig was, waren de handtekeningen van zijn ouders nodig voor het contract. Parker gaf aan in Elvis "voor een miljoen dollar aan talent" te zien. Binnen een jaar had hij dit waargemaakt en had hij van Elvis een miljonair gemaakt.

Op 21 november 1955 was de deal beklonken: Parker werd manager van Elvis. De Colonel ging voortvarend te werk: nog voor het eind van het jaar had hij Elvis ondergebracht bij platenmaatschappij RCA Victor, na onderhandelingen met muziekproducent Steve Sholes. Voor het recordbedrag van 40.000 dollar werd Elvis' contract en al zijn opnames bij Sun Records afgekocht (35.000 dollar voor Sam Phillips en 5000 dollar voor Elvis aan achterstallige royalty's).[9] Phillips bracht nog één single uit in december 1955: I Forgot to Remember to Forget. Daar waar Elvis tot dan toe alleen lokaal en regionaal hoog in de hitlijsten stond, behaalde deze single uiteindelijk de eerste plaats op de nationale Billboard Country hitlijst. I Forgot to Remember to Forget is daarmee Elvis' eerste nummer 1-hit.

In januari 1956 trad Elvis voor het eerst op in een landelijke televisieshow, de Stage Show van Jimmy en Tommy Dorsey. Elvis zou daarna nog veelvuldig van het medium televisie gebruikmaken.

Op 23 maart 1956 werd het eerste studioalbum van Presley uitgebracht, genaamd Elvis Presley. In datzelfde jaar mocht hij zijn eerste gouden plaat in ontvangst nemen voor zijn eerste single bij RCA, die bovenaan stond in drie verschillende hitlijsten: Heartbreak Hotel.[10] Nummers als Money Honey en I Got a Woman, oorspronkelijk van andere zangers, werden door Elvis uitgevoerd op een manier die de tieners van die tijd aansprak. Het werden allemaal rockklassiekers. Nummers als Love Me Tender, Hound Dog, Don't Be Cruel, All Shook Up, Teddy Bear en Jailhouse Rock werden grote hits. Tot 1958 nam hij in totaal 14 nummers op die alle veel succes hadden.

Vooral Elvis' optredens deden veel stof opwaaien. Veel mensen vonden de snelle bekkenbewegingen waarmee hij zijn podiumoptredens begeleidde schandalig en immoreel. Hij werd al gauw Elvis the Pelvis genoemd (pelvis = bekken), een bijnaam die Elvis zelf niet erg beviel.[11] Ook op andere gebieden was Elvis controversieel, zoals zijn (iets ruigere) versie van White Christmas, een lied dat lange tijd geassocieerd werd met Bing Crosby. Componist Irving Berlin was woedend en stuurde verschillende radiozenders de boodschap om de versie van Elvis te boycotten. Dit had echter het tegenovergestelde effect. De actie van Berlin zorgde voor publiciteit waardoor de consument geïnteresseerd raakte, met als gevolg dat Elvis' kerstalbum (waarop Elvis' versie van White Christmas te vinden was) meer dan 10 miljoen keer over de toonbank ging en hiermee Elvis' bestverkochte album werd.